Sneetje van 5 cm vervangt openhartoperatie voor aortaklepvervanging
UZ Brussel stelt minimaal invasieve ingreep voor behandeling vernauwde aortaklep aan patiënten voor
In het Centrum voor Hart- en Vaatziekten van het UZ Brussel krijgen oudere patiënten met een vernauwde aortaklep (aortaklepstenose) sinds begin dit jaar een aortaklepvervanging via een minimaal invasieve toegang. Zeker voor patiënten van 70 jaar of ouder met een ernstige vernauwing van de aortaklep biedt deze aanpak, waarbij de chirurg het borstbeen niet meer moet openmaken, verschillende voordelen: snellere revalidatie en het terug opnemen van de dagelijkse activiteiten, minder impact op de mobiliteit van de patiënt. Ook de kans op long- en wondinfecties na de ingreep is kleiner. Op basis van de ervaring die intussen werd opgedaan zal het Hartheelkundeteam van het UZ Brussel deze minimaal invasieve ingreep ook aanbieden aan patiënten jonger dan 70 jaar. Het UZ Brussel is momenteel in Vlaanderen en Brussel het enige ziekenhuis waar patiënten voor deze ingreep terecht kunnen.
Snellere revalidatie, minder pijn en minder complicaties
Het vervangen van een aortaklep is een van de meest voorkomende hartchirurgische ingrepen. Tot voor kort werd een vernauwde aortaklep in de meeste gevallen vervangen door een kunstklep via een operatie waarbij de chirurg het borstbeen opent om bij het hart en de aangetaste klep te geraken. Het hart wordt dan tijdelijk stilgelegd en een hart-longmachine neemt de ademhaling en bloedcirculatie over.
“Bij ouderen verrichten we een aortaklepvervanging al sinds 2013 met een hechtingloze klep. De operatietijd is dan aanzienlijk korter met minder complicaties als gevolg. De toegang tot de aortaklep die we sinds begin dit jaar gebruiken is nog kleiner. We doen dit via een klein sneetjes van 5 cm tussen de ribben van de rechterborstkas. Patiënten hebben dan niet alleen een veel kleiner litteken, maar vooral ook minder pijn. Omdat revalidatie zoals na een doorgenomen borstbeen in mindere mate nodig is, kunnen ze hun dagelijkse activiteiten ook sneller hervatten. Ook long- en wondinfecties en de kans op hartfalen komen minder voor en de ingreep gaat met beduidend minder bloedverlies gepaard,” licht dr. Jan Nijs van de dienst Hartheelkunde van het Centrum voor Hart- en Vaatziekten in het UZ Brussel toe.
Uitbreiding naar meer patiënten
“Op basis van de ervaring die we intussen hebben opgebouwd, zullen we deze optie ook aan patiënten jonger dan 70 aanbieden, bij wie een klepprothese wordt gebruikt die dient ingehecht te worden,” besluit dr. Ines Van Loo van de dienst Hartheelkunde.
Langere overleving dankzij tijdige vervanging
Een vernauwde aortaklep komt vooral voor bij ouderen en mensen met een aangeboren afwijkende aanleg van de aortaklep (tweeslippige aortaklep). De vernauwing wordt veroorzaakt door verkalking van de klep. Deze aandoening is in westerse landen de meest voorkomende hartklepafwijking. Door de vernauwing van de aortaklep opent de hartklep niet meer goed. Het hart moet harder werken om het bloed uit het hart via de aorta door het lichaam te pompen. Recent wetenschappelijk onderzoek toont aan dat tijdige vervanging van de vernauwde aortaklep leidt tot een langere overleving en beter verdwijnen van de klachten. Wanneer onbehandeld kan dit leiden tot hartfalen of plotse dood.
De natuurlijke evolutie van de aandoening is relatief snel en uit zich door klachten van vermoeidheid, kortademigheid, druk op de borst, duizeligheid en flauwvallen, maar kan ook zonder klachten aanwezig zijn. De diagnose wordt meestal gesteld door een echocardiografie, een niet-agressieve beeldvormingstechniek waarbij de klep met ultrageluid in beeld wordt gebracht en de ernst van de vernauwing kan worden bepaald.