Kinderen tussen 7 en 9 komen op bezoek naar de plaats waar ze zijn verwekt
40 jaar Brussels IVF Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van het UZ Brussel

Toen in het UZ Brussel, het universitair ziekenhuis van de VUB, in 1983 het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van het UZ Brussel opgericht werd, lokte zowel onderzoek als behandeling voor onvruchtbaarheid controverse uit. Desondanks zijn de onderzoekers en artsen van het UZ Brussel vanuit een humanistische overtuiging op zoek blijven gaan naar oplossingen voor wensouders die aanklopten. Nu 40 jaar later komen meer dan 300 kinderen tussen 7 en 9 jaar terug naar de plaats waar het voor hen allemaal begon. Een initiatief dat voor de 5de keer georganiseerd wordt.
Van bij de prille start van het centrum werd het welzijn van het kind vooropgesteld. Hoe dat concreet wordt aangepakt, lichten de experts van Brussels IVF toe naar aanleiding van de Kinderterugkomdag vandaag. Brussels IVF verwelkomt de kinderen (geboren in 2014-2015) die zijn verwekt in ons ziekenhuis, samen met hun broertjes, zusjes en ouders, om kennis te maken met de wereld van medisch begeleide voortplanting. Vanaf die leeftijd stellen kinderen actief de vraag over waar kindjes vandaan komen. Meer dan 1.200 bezoekers komen vandaag langs.
Kinderen maken spelenderwijs kennis met het fertiliteitscentrum van UZ Brussel en de verschillende vruchtbaarheidsbehandelingen. Op de planning staat ook een blik achter de schermen in het labo.
Foto's: Bart Moens - UZ Brussel
40 jaar onderzoek naar vruchtbaarheid
Brussels IVF stond mee aan de wieg van heel wat wetenschappelijke innovaties, zowel internationaal als nationaal.
Internationale primeurs
- 1983 Eerste zwangerschap na het terugplaatsen van bevruchte eicellen in de eileider (ZIFT-techniek)
- 1985 Eerste zwangerschap na het terugplaatsen van een ingevroren, gedoneerd embryo bij een vrouw met premature menopauze
- 1992 Eerste zwangerschap na de injectie van één spermatozoön in de eicel, de zogenaamde ICSI-techniek
- 1992 Eerste zwangerschap na injectie van zaad uit de bijbal
- 1996 Eerste zwangerschap na injectie van zaad uit de zaadbal van patienten met het 47,XXY Klinefelter syndroom
- 2000 Eerste cryopreservatie van testiculaire stamcellen met oog op latere transplantatie
- 2014 Eerste zwangerschap na in-vitro uitrijping van eicellen uit eierstokweefsel
- 2022 Eerste gezonde baby via eigen ingevroren eicellen bij vrouw met Turner-syndroom
Belgische primeurs
- 1983 Eerste officiële Belgische IVF-baby
- 1993 Eerste stamcellijnen met genetisch abnormale embryo's
- 2005 Eerste zwangerschappen in België na gebruik van immunocompatibele embryo's, de zogenaamde 'saviour babies'
Langdurige opvolging van kinderen na ICSI toont kleine impact op de zaadkwaliteit van jongens, maar geen cognitieve en socio-emotionele gevolgen
Brussels IVF volgt samen met het Centrum voor Medische Genetica al sinds het prille begin de ontwikkeling op van kinderen geboren na de vruchtbaarheidsbehandeling ICSI en/of PGT. De onderzoeksresultaten tonen tot nu toe qua gezondheid geen verschillen tussen kinderen geboren na ICSI en/of PGT en spontane conceptie. Oorspronkelijk lag de focus op medisch-biologische opvolging. Intussen evalueren onderzoekers ook psychologische aspecten.
Prof. Herman Tournaye, diensthoofd Brussels IVF: “De opvolging bij jongens toonde enige impact op de zaadkwaliteit: het totaal aantal zaadcellen en de zaadcelconcentratie waren twee maal lager bij ICSI jongens dan bij jongens geboren na spontane bevruchting. Ook waren bij ICSI-jongens zaadcel-aantal en -concentratie vaker onder de normaalwaarde van de Wereldgezondheidsorganisatie dan bij jongens geboren na spontane bevruchting. Minder zaadcellen in het sperma betekent echter nog niet dat men minder vruchtbaar is.”
Eveline Buyse, psychologe bij Brussels IVF: “Sinds 2000 maakt ook de psychologische opvolging deel uit van het onderzoek. Cognitieve, motorische en socio-emotionele ontwikkeling van ICSI-kinderen is gelijklopend ten opzichte van kinderen geboren na een natuurlijke bevruchting. Ook het ouderlijk welbevinden, het familiaal functioneren en de ouder-kind relaties waren gelijkaardig ten opzichte van gezinnen met natuurlijk verwekte kinderen.”
Psychologische impact van een vruchtbaarheidstraject vaak nog onderschat
Maar liefst 1 op 6 mensen wordt geconfronteerd met moeilijkheden om een kindje te krijgen. Hoewel we spreken over ‘medisch’ begeleide voortplanting, is een vruchtbaarheidstraject veel meer dan zo maar het medische. Bij de start van het traject in een fertiliteitscentrum hebben wensouders er al vaak een heel parcours op zitten. Onvruchtbaarheid is vaak ook onzichtbaar en onderschat door de buitenwereld.
Eveline Buyse, psychologe bij Brussels IVF: “Vaak komen wensouders al met een rugzakje aan mentale bagage als ze starten aan een vruchtbaarheidsbehandeling. Niet zelden is daar al een zeker rouwproces aan verbonden, omdat het bijvoorbeeld niet lukt om op een natuurlijke manier zwanger te worden, of omdat beroep moet gedaan worden op donoren. Psychologische ondersteuning is cruciaal, maar er zijn drempels op die weg naar hulp. Denk hierbij onder andere aan de afstand naar het fertiliteitscentrum, verschillen in noden tussen partners, de kostprijs, etc.”
Karolien De Prez