30 jaar geleden werd de eerste ICSI-baby ter wereld geboren in het UZ Brussel
Een belangrijke doorbraak in de aanpak van mannelijke onvruchtbaarheid
Het is deze maand exact 30 jaar geleden dat de eerste ICSI-baby ter wereld werd geboren in het UZ Brussel. ICSI staat voor Intracytoplasmatische sperma-injectie. Een groot deel van de kinderen die nu geboren worden na medisch begeleide voortplanting (MBV), zijn verwekt via de ICSI-techniek. Vandaag doet ongeveer 1 op 6 wensouders een beroep op vruchtbaarheidsbehandelingen of medisch begeleide voortplanting (MBV). Van alle 61.700 kinderen geboren in Vlaanderen in 2020 werd 5,1% verwekt met IVF/ICSI. Via ICSI brengt men in het laboratorium 1 enkele zaadcel in bij een eicel. Dit betekent dat ook mannen met zeer weinig zaadcellen sindsdien vader kunnen worden. In totaal kwamen intussen meer dan 6 miljoen ICSI-kinderen ter wereld.
In de Belgische IVF-centra gebeuren er jaarlijks ongeveer 20.000 IVF-cycli, waarvan ongeveer 80% met ICSI. Wereldwijd wordt er ongeveer 30% IVF en 70% ICSI toegepast bij vruchtbaarheidsbehandelingen.
Per ongeluk ontdekt: een oplossing voor mannelijke vruchtbaarheidsproblemen
Veertien jaar na de eerste IVF-baby in het Verenigd Koninkrijk, kwam wereldwijd de eerste ICSI-baby ter wereld in het UZ Brussel. Na deze enorme stap naar een oplossing voor vrouwelijke vruchtbaarheidsproblemen, was er nu ook een doorbraak voor vruchtbaarheidsproblemen ten gevolge te weinig zaadcellen. Bij ICSI of Intracytoplasmatische sperma-injectie wordt 1 zaadcel rechtstreeks geïnjecteerd in de eicel, namelijk in het cytoplasma. Hierdoor kunnen ook mannen met slechts enkele zaadcellen vader worden.
André Van Steirteghem, professor emeritus UZ Brussel en pionier van de vruchtbaarheidsbehandelingen in ons land: “De techniek waarmee we aan de slag gingen, bestond al: een zaadcel inbrengen bij een eicel. Alleen werd de zaadcel niet tot in het cytoplasma gebracht en lukte dat niet met de toen gebruikte naalden. Wij ontworpen zelf een naald die heel fijn en precies was, waardoor de eicel amper werd beschadigd en hoopten dat bevruchting vlotter kon optreden. Per ongeluk werden een zaadcel toch tot in het cytoplasma gebracht, met een succesvolle bevruchting van enkel die eicel tot gevolg. We konden verder aan de slag met onderzoek naar deze nieuwe techniek binnen de VUB, niet gehinderd door ideologische bezwaren en vanuit de volle overtuiging dat we hiermee een groot verschil konden maken voor wensouders. Na ons verder onderzoek en opvolging bleek dat deze nieuwe techniek uitstekende resultaten opleverde: ICSI kon aan zijn opmars beginnen.”
Kinderen geboren na ICSI of een andere medisch begeleide voortplantingstechniek in het UZ Brussel worden verder opgevolgd. Jarenlange opvolging en onderzoek wijzen uit dat MBV geen impact heeft op hun algemene gezondheid. Onderzoeken naar de vruchtbaarheid van jongens geboren na ICSI omwille van verlaagde zaadvorming bij hun vaders, stellen ook gerust dat hun vruchtbaarheid niet gecompromitteerd lijkt.
De start van ICSI betekent het begin van heel wat ontwikkelingen en dit niet alleen op vlak van mannelijke vruchtbaarheid.
Zo kan ICSI ook mannen verder helpen die geen zaadcellen in hun ejaculaat hebben door via een biopt enkele zaadcellen uit de teelballen te halen (TESE) om vervolgens ICSI toe te passen. Deze aanpak werd in het UZ Brussel voor het eerst in 1995 toegepast bij mannen met een quasi afwezige zaadproductie in de zaadbal, mannen die voorheen enkel vader konden worden via donorinseminatie.
Ook mannen die een kankerbehandeling moeten ondergaan, kregen plots meer perspectief want 1 spermastaal voorafgaand aan hun behandeling kon voortaan volstaan om hun vruchtbaarheid via ICSI quasi te garanderen.
ICSI faciliteerde ook een meer accurate toepassing van pre-implantatie genetische testing of de PGT-techniek. Bij wensouders met een ernstige genetische aandoening (zoals taaislijmziektes, ernstige spierziektes, …) kan een screening van het embryo gebeuren voorafgaand aan de zwangerschap. Op die manier kunnen de risico’s op deze genetische aandoeningen bij zwangerschap tot het minimum worden herleid.
Ondanks de enorme technologische vooruitgang van ICSI bestaat er vandaag nog een groot aantal mensen wiens kinderwens niet ingevuld wordt.
Herman Tournaye, diensthoofd Brussels IVF, het centrum voor reproductieve geneeskunde van het UZ Brussel: “We blijven daarom verder werken aan onderzoek naar nieuwe technieken en technologieën. Dit zit in ons DNA. Aan het klinisch onderzoek in UZ Brussel en laboratoriumonderzoek via de onderzoeksgroepen van de VUB samen werken er ruim 250 mensen direct of indirect mee aan onderzoek op vlak van (in)fertiliteit, genetica, implantatie, eicellen, zaadproductie,… Zo startten we in 2000 in Brussel als eerste met het bewaren van stamcellen uit zaadbal van jongentjes met een kankerdiagnose, met het oog op latere transplantatie, zodat de vruchtbaarheid van deze jongentjes niet in het gedrang komt door hun ziekte. En er loopt een onderzoeksproject om in het laboratorium, dus in-vitro, zaadcellen uit deze stamcellen uit te rijpen.Maar we onderzoeken ook de in-vitro maturatie (IVM) van onrijpe eicellen. Een unieke techniek op wereldvlak die nu al in routine én succesvol toegepast wordt in het UZ Brussel bij bepaalde patiënten. Een nieuwe uitdaging is het transplanteren van stamcellen die we meer dan 20 jaar geleden inbankten bij jongetjes met kanker indien één van hen zich met kinderwens zou aanbieden en steriel blijkt ten gevolge de kankerbehandeling. Maar we zijn er klaar voor.”
Karolien De Prez